Gezien de achteruitgang van de man, besluit ik dat een indicatie vanuit de Wet Langdurige Zorg het meest passend is voor hem. Met een dergelijke indicatie is er meer mogelijk op het gebied van langdurige zorg en eventuele plaatsing in een verpleeghuis. Het is een indicatie die ik niet zelf mag stellen, maar aanvraag bij een onafhankelijke instelling, het CIZ. Vanuit daar wordt volgens een redelijk strak protocol de client beoordeeld en een passende indicatie toegewezen. De procedure heb ik inmiddels al tientallen keren doorlopen met cliënten, waardoor ik goed weet wat er in een aanvraag dient beschreven te worden.
Nadat ik de man en zijn partner heb voorgelicht over de procedure, vraag ik bij de huisarts het medisch dossier op. Alle gegevens bundel ik in de aanvraag en ik verzend de aanvraag. Over het algemeen is binnen een week of twee een indicatie toegekend of afgewezen. Dus nu is het afwachten.
De man zit sinds enkele jaren in rolstoel, wordt met een speciale lift in- en uit bed geholpen en hij heeft zo ongeveer bij iedere handeling hulp nodig. Denk hierbij aan het hulp bij het wassen, aankleden, het klaarmaken van maaltijden en alles in het huishouden. Gelukkig sprong zijn partner in een heleboel taken bij. Echter zijn we erop voorbereid dat wanneer de partner wegvalt, alle zorg thuis moet worden overgenomen. Een indicatie vanuit de Wet Langdurige Zorg lijkt daarom passend. De man kan zelf niet adequaat hulp inschakelen als er iets zou gebeuren. Daarnaast heeft hij weinig tot geen motivatie om zelf tot actie te komen. Al met al een duidelijk verhaal voor mij. Er is een duidelijke onderbouwing voor de noodzaak van zorg, 24 uur per dag in de directe omgeving.
Tot mijn verbazing wordt de aanvraag afgewezen. ‘De beperkingen passen niet bij de medische voorgeschiedenis’, oftewel: er is geen medische oorzaak onderliggend aan de beperkingen die de man ervaart. Hierdoor kan de medisch adviseur de aanvraag onmogelijk goedkeuren. Het gevolg: geen indicatie vanuit de Wet Langdurige Zorg, ondanks dat dit voor de client het meest passend zou zijn.
Voor ons was het al langere tijd duidelijk dat er waarschijnlijk op geriatrisch gebied iets aan de hand is met de man. Zijn geheugen wordt slechter en ook zijn motivatie en levenslust nemen af. Hij neemt weinig initiatief in handelingen en heeft eigenlijk continue sturing nodig. Het beeld past onder andere bij hersenletsel en dementie. Echter is hier nooit onderzoek naar gedaan, omdat een dergelijke diagnose de kwaliteit van leven van de man ernstig nadelig beïnvloeden. De huisarts had daarom nooit eerder diepgaand onderzoek gedaan naar de klachten. Daarnaast wilde de man eigenlijk niet meer naar het ziekenhuis, zeker niet voor onderzoeken waarvan de uitslag niet bijdraagt aan zijn kwaliteit van leven.
En daar wringt de schoen. Zonder diagnose, zonder labeltje, geen indicatie. De beperkingen worden erkend, maar de oorzaak moet bekend zijn voor het verkrijgen van een indicatie. De professionele visie van een wijkverpleegkundige, huisarts en praktijkondersteuner doen er niet toe, als er geen medisch diagnose is. Het systeem is gebaseerd op medische diagnoses, terwijl de zorg die wordt geleverd vanuit het systeem gaat over verpleging en verzorging. Verpleegkundige diagnoses heb ik genoeg, maar deze tellen niet. Onbegrijpelijk. Ons zorgstelsel is ziek.
Geef een reactie