‘Dat stelt me gerust’

face mask on blue background

Het valt mijn collega op dat de vrouw plotseling hoest en verhoging heeft. Dit past niet bij het ‘normale beeld’ wat we normaliter bij deze vrouw zien. Direct besluit ze om een COVID-19 test af te nemen en beschermd te gaan verplegen, oftewel de vrouw in thuisisolatie te plaatsen en in volledig pak naar binnen te gaan. Het leek mij in eerste instantie een vrij rigoreuze maatregel, maar ik sta volledig achter mijn collega als ze het noodzakelijk acht om een test af te nemen.

Twee dagen later blijkt dat de testuitslag nog niet bij ons bekend is en ik bel het laboratorium. De dienstdoende arts geeft door dat de uitslag van de test helaas positief blijkt te zijn. Dit had ik niet verwacht. Er schiet door mijn hoofd hoe blij ik ben met de juiste beslissingen van mijn collega, die super gehandeld heeft. Het zekere voor het onzekere nemen is in deze fase, aan de voet van de tweede COVID-19-golf, het beste wat we kunnen doen denk ik. Dan komt het lastigste moment: de familie en de vrouw moeten ingelicht worden. Het is niet de eerste keer dat ik dit doe, en waarschijnlijk ook niet de laatste keer. Allereerst bel ik de zoon van de vrouw. Ik vertel rustig dat zijn moeder besmet is met het virus en geef kort en bondig uitleg over de vervolgstappen. Uit ervaring weet ik dat de GGD vaak pas dagen later belt voor het bron- en contactonderzoek, waardoor de familieleden met veel vragen zitten rondom besmettelijkheid en risico’s die zij hebben gelopen. Binnen deze familie is dat niet anders. Goed voorbereid, met het protocol en de informatiebrieven van de GGD voor me, beantwoord ik zoveel mogelijk van de vragen die de zoon aan me stelt. Ik vertel hem de waarheid, die hard binnenkomt: het kan twee kanten op gaan. Of ze knapt na een tijdje op, of het gaat alleen maar achteruit. Ik vraag hem zijn broers en zussen in te lichten en vertel dat ze altijd mogen bellen als ze vragen hebben.

Dan volgt een nog moeilijker telefoongesprek: de vrouw zelf moet nog op de hoogte worden gebracht van de uitslag. Ik bel haar op. Aan de telefoon klinkt ze duidelijk kortademig en ik hoor aan haar stem dat ze vermoeid is. Logisch, iedere ademteug kost energie. Ik leg haar uit dat ze besmet blijkt te zijn met het virus en dat ze de komende tijd niet naar buiten mag. Bezoek ontvangen mag ook niet, en ook de huishoudelijke hulp zal niet komen tot ze volledig klachtenvrij is. Met een trilling in haar stem vraagt ze of de thuiszorg nog wel komt. Ik verzeker haar dat de thuiszorg nog wel blijft komen en dat we voor haar zullen gaan zorgen, nog beter dan we normaal al doen. Ik hoor dat ze opgelucht is. We komen nu zeker een jaar bij haar over de vloer en sinds het begin hebben we als team een goede klik met haar. Ieder teamlid komt er graag, en zij ziet iedereen ook even graag komen. Daarnaast spreekt ze regelmatig uit hoeveel vertrouwen ze in ons heeft. Ik vertel haar dat we ondertussen (helaas) al redelijk wat ervaring hebben opgedaan met het virus en dat we goed voorbereid zijn om haar te ondersteunen. ‘Dat stelt me gerust’, zegt ze resoluut. Gelukkig maar, dat is het minste wat ik kan doen.

En dan begint het spannendste deel: wachten. Wachten hoe het virus zich gaat ontwikkelen en hoe ziek de vrouw zal gaan worden. Zeker als de koorts de eerste dag al flink stijgt….

Volgende week meer!

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: