Vorige week plaatste ik een verhaal waarin ik vertelde dat alle collega’s van het team negatief getest waren op COVID-19, nadat ze contact hadden gehad met een positief geteste client. Een paar dagen na de eerste test, liet ik mezelf nog een keer testen, omdat ik klachten had gekregen. Helaas pakte deze test anders uit en bleek dat ik het virus zelf had opgelopen.
Al sinds februari verzorg ik met grote regelmaat mensen die het COVID-19-virus hebben opgelopen. In het begin vond ik het spannend; je kent het ziektebeeld niet en ik zag mensen eraan overlijden. Het landelijke tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen en de wisselende adviezen en richtlijnen maakten het nog eens extra spannend. Zeker nadat ook leeftijdsgenoten, zonder echte gezondheidsproblemen, ook ziek werden. Als verpleegkundige voel ik me zeker niet onaantastbaar. Ik ben me altijd zeer bewust van de kwetsbare positie die we hebben als zorgverleners, en de nog grotere kwetsbaarheid van de mensen die we verzorgen. De kans dat de zorgverleners een rol spelen in de verspreiding van virussen is aanwezig. We doen er alles aan om dit risico te minimaliseren, maar echt helemaal uitsluiten is niet mogelijk.
Het verlenen van de zorg aan mensen met COVID-19 deed ik graag, omdat je dan echt iets kunt betekenen voor iemand. Echter, het levert ook een stukje angst op. Angst om zelf besmet te raken, angst om het virus bij je te dragen als je anderen verzorgt en angst om het virus mee naar huis te nemen. Gedurende de maanden die volgden, werd deze angst bij mij minder. Dat wil niet zeggen dat ik minder alert was op de risico’s, maar de angst stond niet meer op de voorgrond.
En toen werd ik wakker met verhoging en keelpijn. Enkele uren later werd door een collega een COVID-19 test bij me afgenomen en direct naar het laboratorium gebracht. ‘Het zal wel niks zijn’, was de gedachte die de hele dag in mijn hoofd zat. Gedurende de dag bleef ik me niet lekker voelen, maar echt ziek voelde ik me ook niet. En toen ging de telefoon. Het nummer herkende ik direct als zijnde de dienstdoende arts-microbioloog van het laboratorium. De arts had geen goed nieuws: er is vastgesteld dat ik COVID-19-positief getest ben. Het duurt even voor dit bericht goed tot me doordringt. Ondanks mijn leeftijd, ben ik toch bang.
Een dag later begint de koorts, die een dag op zes zal aanhouden. Het hoesten neemt toe en ook de verkoudheid en de vermoeidheid worden erger. De angst in combinatie met de isolatie is lastig te beschrijven. Gelijktijdig zie ik via social media dat de laksheid rondom de landelijke maatregelen toeneemt. De kritiek op de overheid, op de anderhalve meter afstand en op het beleid neemt toe. Het maakt me boos; ik zit thuis, als zorgverlener, omdat ik geen anderhalve meter afstand kon houden van degene die me besmet heeft. De noodzaak van de maatregelen dringt sterk tot me door, nu ik zelf ziek ben geworden. Eerder, in de eerste piek van het virus, was het voor mij al meer dan duidelijk dat de maatregelen noodzakelijk waren. Daarna zwakte dit gevoel wat meer af, maar nu is voor mij toch weer extra duidelijk geworden waarom de maatregelen zo belangrijk zijn.
Inmiddels ben ik klachtenvrij en maak ik voorzichtig weer een start met werken; afhankelijk van de vermoeidheid die ik ervaar.
Geef een reactie