‘Jullie hebben het al zo druk’

Ze is al de hele week verkouden. Voor de zorgverleners een teken om met mondmaskers en handschoenen de zorg uit te voeren. Ze heeft geen koorts en ze hoest ook niet. Toch het zekere voor het onzekere; waarbij we het risico op besmetting zo klein mogelijk proberen te houden.

Ze is aan de beterende hand, de verkoudheid wordt minder en ze slaapt ook al wat beter. De dagen zijn lang en stil. Echter kan ze goed alleen zijn, zoals ze dat zelf regelmatig verteld. Ondanks haar beperkingen heb ik haar nog nooit boos of chagrijnig gezien. Ook vandaag is ze de vrolijkheid zelve. We lachen vaak met elkaar, om de kleinste dingen. Ondanks haar angst om het virus op te lopen, blijft ze opgewekt en vol vertrouwen richting ons. We hebben in het verleden diverse serieuze gesprekken gevoerd. Over haar leven, haar overleden partner en wat ze in de toekomst nog zou willen. Daarnaast praten we vaak over koetjes en kalfjes. Ik ken haar vaste weekpatroon ondertussen uit mijn hoofd, maar ook dat patroon is nu veranderd door de beperkingen die vanuit de overheid zijn opgelegd. Voor haar gezondheid, en dat snapt ze maar al te goed.

Als ik binnenkom grap ik dat haar haren lang zijn geworden. Ze voelt aan haar kapsel en lacht: ‘het is toch verschrikkelijk, de kapper is niet geweest afgelopen weekend’. Iedere week komt de kapper, maar de komende weken zal dit niet gaan gebeuren. Ik vertel haar dat ik wel een snelcursus kan volgen om de haren te knippen, en dat ze maar hoeft te bellen en dan kom ik haar knippen. Ze lacht en we lopen naar de badkamer. Tijdens het wassen praten we over het nieuws, het weer en het verloop van de afgelopen week. Ze heeft geen klagen, zegt ze zelf. Als ze gewassen en aangekleed is, staat ze plotseling stil. ‘Mag ik je iets vragen?’, vraagt ze op beschamende toon. ‘Tuurlijk, vraag maar raak!’, reageer ik. Ze vraagt of ik haar raam in de slaapkamer open wil zetten, want ze kan er net niet bij. Voorheen deed een buurvrouw dat altijd, maar die komt nu niet meer binnen vanwege de verkoudheid. Binnen een paar seconden staat het raam open. Dan heeft ze nog een vraag; de keukenrol staat op een net te hoge plank, waardoor ze er niet bij kan. Ik pak de keukenrol en zet deze op de houder in de keuken. De dankbaarheid spat van haar gezicht. Ze verteld dat ze het bijna niet durfde te vragen, want ‘jullie hebben het al zo druk’. Ik druk haar hart dat we zulke dingen met liefde en plezier voor haar zullen blijven doen. Een kleine moeite, met grote gevolgen.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: