‘Kun je komen helpen?’

yellow and black vacuum cleaner

‘Kun je komen helpen? Hij is gevallen en ik krijg hem niet goed overeind’, vertelt mijn collega, met lichte paniek in haar stem, via de telefoon. Ik geef aan dat ik eraan kom. De vrouw waar ik op dat moment bij ben, leg ik uit dat ik een ‘spoedje’ heb en dat ik binnenkort weer bij haar langs zal komen. Ik loop de woning uit en bel ondertussen een andere collega die aan het werk is, zodat zij de client die hierna op mijn route stond, kan overnemen van me. Het is me nog niet helemaal duidelijk wat er met de gevallen man aan de hand is, maar de lichte paniek in de stem van mijn collega zegt mij genoeg: ik moet er zo snel mogelijk heen.

Als ik aankom, blijkt dat de man met zijn hoofd tegen de verwarming gevallen te zijn, toen hij probeerde te stofzuigen. Het was ons al maanden lang duidelijk dat de man niet meer in staat was om handelingen zoals stofzuigen uit te voeren. Echter vond hij het extreem lastig om dit te accepteren en bleef hij dingen doen die eigenlijk al niet meer lukten. Ergens had ik er ook wel respect voor dat hij zoveel doorzettingsvermogen had en toch wilde gaan stofzuigen. Anderzijds heeft hij twee keer per week een huishoudelijke hulp die hem helpt en weet hij stiekem ook wel dat hij een groot valgevaar heeft.

Samen met mijn collega help ik de man overeind en verplaatsen we hem, met behulp van de rollator, naar zijn bed. De man heeft een flinke smak gemaakt, en heeft er ook een forse bult op zijn voorhoofd aan overgehouden. Daarnaast heeft hij een schaafwond op zijn voorhoofd, waar bloed uit loopt. We maken de wond schoon en dekken deze af. Ondertussen bel ik de huisarts. Het is de standaardprocedure om de huisarts in te lichten bij een val op het hoofd, bij ouderen. De kans dat er in de dagen/weken die volgen hersenschade optreedt door de val is bij ouderen namelijk zeker aanwezig en potentieel levensbedreigend. De huisarts regelt een verwijzing naar de afdeling radiologie in het ziekenhuis, om voor de zekerheid een CT-scan van het hoofd te maken. Mijn collega belt de mantelzorger van de man om voor vervoer naar het ziekenhuis te zorgen. De man ligt ondertussen, licht chagrijnig, in bed. Hij is boos op zichzelf; dat het hem niet lukte, dat hij gevallen is. Hij snapt gelukkig goed dat het nodig is om voor de zekerheid een scan te maken in het ziekenhuis.

Een paar uur later belt zijn mantelzorger me op: op de scan zijn verder geen afwijkingen te zien en de man mag naar huis, met een wekadvies. Zijn mantelzorger zal bij hem blijven slapen en hem ieder uur een keer wakker maken om te controleren of hij nog goed reageert.

Enkele dagen later ben ik weer aan het werk en ga ik bij hem langs. Hij vertelt dat het goed met hem gaat en dat hij, buiten wat hoofdpijn, er gelukkig niks aan over heeft gehouden. We spreken af dat hij niet meer zelf gaat stofzuigen, maar een veger en blik met een lange steel zal aanschaffen. Zo blijft hij in staat om op te ruimen wat bijvoorbeeld gevallen is, maar hoeft hij niet meer met de zware stofzuiger aan de gang. Ook spreken we af dat als het hem niet lukt om iets op te ruimen wat gevallen is, dat hij het laat liggen tot het moment dat er iemand anders langskomt. Schoorvoetend gaat hij akkoord.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: