‘Kun je terminale thuiszorg inzetten?’

medical stethoscope with red paper heart on white surface

In het ziekenhuis werd ontdekt dat de bloeduitslagen flink achteruit gingen. Voor de behandelend specialist was het duidelijk: er is geen behandeling meer mogelijk en de levensverwachting zal niet meer zijn dan een paar maanden, misschien minder. Voor de vrouw in kwestie was het geen verrassing: ze voelde al langer dat ze achteruit ging en dat ze steeds meer vermoeid was. Voor haar kinderen en partner was het verrassender. Natuurlijk waren ze zich ervan bewust dat er ooit een einde zal komen aan het leven, maar nu kwam dat einde plotseling sneller dichterbij.

Na het gesprek met de specialist in het ziekenhuis spraken ze onderling over de wensen die ze allen hadden voor het naderend eind. Iets waar ze het eerder nog niet over hadden gehad. Het is al vrij snel duidelijk dat ze allemaal hetzelfde willen: de vrouw zo snel mogelijk naar huis meenemen en daar begeleiden en verzorgen tot het overlijden. Ons wijkteam is al betrokken en er wordt mij gevraagd om ‘terminale thuiszorg’ in te gaan zetten. Ik spreek af om bij het gezin op huisbezoek te gaan en alles te bespreken.

In het gesprek refereren de familieleden naar het gesprek met de specialist, en dat ze graag terminale zorg zouden willen ontvangen voor de vrouw. Ik vraag wat ze denken dat dit inhoudt, waarop ze eigenlijk geen goed antwoord kunnen geven. Dan leg ik uit dat er voor ons vrijwel geen verschil is tussen de term ‘terminale thuiszorg’ en de zorg die we op dat moment al leveren. Wel hogen we de frequentie van de zorgmomenten op, om de mantelzorgers meer te ontlasten. Eerder hadden we al afgesproken, in samenwerking met de huisarts, om een palliatief en abstinerend beleid in te zetten: de zorg is volledig gericht op de kwaliteit en niet meer op het verlengen van het leven. Dit houdt ook in: niet meer naar het ziekenhuis, niet meer reanimeren als het nodig mocht blijken en het aanbieden van eten en drinken naar behoefte van de vrouw. Als ze iets wil, is het goed. Als ze iets niet wil, is het ook goed. We sporen haar niet aan om zich iedere dag aan te kleden of te douchen als ze daar geen zin in heeft of geen energie voor heeft. Dit blijft ook nu allemaal hetzelfde.

Door dit te bespreken, zorgen we ervoor dat alle verwachtingen op dezelfde lijn liggen. Het begrip ‘terminale thuiszorg’ zorgt in veel gevallen voor verwarring bij mensen, terwijl we in feite dezelfde zorg leveren als in de (langer durende) palliatieve fase van het leven. We begeleiden de zorgvrager, maar ook de naasten. Alles is gericht op kwaliteit van leven en de optimalisatie hiervan. Ook proberen we te voorkomen dat er nog ongewenste behandelingen worden opgestart, door tijdig met de huisarts, de zorgvrager en de naasten te overleggen over opname in het ziekenhuis en behandelingen zoals reanimatie.

Ik zorg ervoor dat de zorg word opgehoogd en houd nauw contact met de vrouw en haar naasten. Ze blijken meer dan tevreden met de zorg die we hebben afgestemd en ingezet. Fijn, dit geeft voldoening.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: