Enkele dagen eerder was de man van zijn fiets gevallen. Het was een flinke smak geweest, precies op de stoeprand. Een ritje in de ambulance was het gevolg. In het ziekenhuis werd geconstateerd dat er enkele ribben en het sleutelbeen gebroken waren. Daarnaast was zijn gezicht flink gehavend. Ondanks de pijn, wordt de man binnen een dag met een dosis pijnstilling naar huis gestuurd. Zonder thuiszorg, want zijn vrouw kan hem thuis goed helpen. Daarnaast zijn de kinderen nauw betrokken en kunnen ook bijspringen als het nodig is.
Diezelfde avond belt de vrouw de huisartsenpost. De pijn van haar man is onhoudbaar en het lukt haar niet om haar man met alle handelingen te helpen. Naar het toilet gaan lukt nog wel, maar ondersteunen met douchen is geen optie. Door de pijn was omkleden eigenlijk ook niet mogelijk. De dienstdoende huisarts concludeert al snel dat het ze zo niet gaat lukken. Ze overlegt met het thuiszorgteam, zodat de thuiszorg nog hetzelfde uur kan starten. Flexibel als we zijn, staat mijn collega binnen het uur op de stoep. De huisarts had tevens extra sterke pijnstillers voorgeschreven, die verlichting zouden moeten bieden. We spreken af om de volgende dag te beoordelen of het gaat lukken om de man thuis te verzorgen.
De volgende dag lijkt het in eerste instantie wel goed te lukken. De pijn is niet goed onder controle, maar daar kunnen we thuis veel tegen doen. De pijnstillers worden door de huisarts meteen opgehoogd en dit lijkt wel wat te helpen. Echter valt het op dat de man steeds stiller wordt en vrijwel niets meer eet of drinkt. Mijn collega vraagt of ik met haar mee wil gaan naar de man, om vanuit mijn expertise te bepalen wat we moeten gaan doen. Samen rijden we naar de, voor mij nog onbekende, man.
Als ik binnenkom, is het snel duidelijk dat de man ontzettend aan het lijden is. Hij zit verkrampt en bezweet in de stoel. Op mijn vragen krijg ik korte en zachte antwoorden. Praten en hoesten is zowel vermoeiend als pijnlijk. Ik meet de bloeddruk, hartslag en het zuurstofgehalte in het bloed op. Mijn collega en ik kijken elkaar veelzeggend aan als de cijfers op het scherm van de meetapparatuur verschijnen. De bloeddruk en hartslag zijn hoog, het zuurstofgehalte is laag. Als ik verder doorvraag, blijkt dat de man sinds een dag eerder af en toe bloed ophoest. Ik pak een stethoscoop uit mijn tas en luister naar zijn longen. Ik hoor duidelijk een geluid dat abnormaal is.
Doordat ik vermoed dat een gebroken rib is verschoven en daardoor de long heeft geperforeerd, bel ik meteen de huisarts voor overleg. De huisarts neemt mijn signalen gelukkig meteen serieus en stuurt een ambulance om de man naar het ziekenhuis te brengen.
De volgende dag bel ik met het ziekenhuis en wordt mijn vermoeden bevestigd. Gelukkig waren we er op tijd bij, en blijft de schade beperkt. De familie is dankbaar voor de snelle acties van de huisarts en van mij en zijn dik tevreden met de ziekenhuisopname. En de man, die is nog wel het meest dankbaar van allemaal.
Geef een reactie