We gaan week vijf van de ‘intelligente lockdown’ in. De nieuwsberichten worden langzaam positiever en bieden een heel klein beetje hoop. Desondanks zien we in de praktijk nog steeds veel ouderen ziek worden en overlijden. Wel neemt de stress af en normaliseren we de zorg zoveel mogelijk. De capaciteit van onze thuiszorg staat (nog) niet onder extreme druk en we staan klaar om patiënten uit het ziekenhuis thuis op te vangen. Daarnaast zie ik dat advance care planning meer begint te leven: mensen denken meer na over wat ze nog willen qua medische behandelingen en of ze nog wel naar het ziekenhuis willen als ze ziek worden.
Ik kom bij een vrouw van begin 90. Ze is afgelopen week begonnen met hoesten en is door de huisarts getest op het COVID-19 virus. De test kwam positief terug en ze werd per direct overgezet naar het Corona-thuiszorgteam van onze organisatie. Diezelfde avond verleen ik de zorg bij haar. Ik leg haar uit wat de positieve besmetting betekent voor de zorgverlening en voor bijvoorbeeld haar bezoek. Ze blijft er opvallend positief onder. Ze vertelt dat ze een fijn leven heeft gehad en het liefst nog wat jaartjes mee gaat. Echter geeft ze ook aan dat ze banger is om iemand anders te besmetten dan om uiteindelijk zelf te overlijden aan het virus. Ze vertelt dat ze heeft besloten om niet meer gereanimeerd te willen worden en ook dat ze niet meer in het ziekenhuis opgenomen wil worden als dat nodig zou zijn. Thuisblijven, dat is wat ze wil. Ze is optimistisch en ziet wel wat er gaat gebeuren. Ze vertelt over haar kinderen en kleinkinderen, die ze zo graag op bezoek zou willen krijgen. Helaas gaat dat voorlopig niet. Ze kan wel bellen, maar dat is toch niet hetzelfde als elkaar kunnen zien en vastpakken.
Ze laat trots een aantal foto’s zien van de kleinkinderen. Een familiefoto leent zich om ieder familielid apart te benoemen en bij ieder familielid een anekdote te vertellen. Ik zie dat het haar goed doet om over haar familie te kunnen praten en hoe ze met veel passie en liefde de anekdotes met me deelt. We lachen samen. Het pak dat ik aan heb is geen belemmering om menselijkheid te tonen.
De week erna blijft de situatie eigenlijk stabiel. Ze hoest wat, maar niet bijzonder veel. Ze wordt niet zieker en voelt zich niet buitengewoon benauwd. Vrijwel ieder moment dat ik haar zie is ze vrolijk. Natuurlijk zijn er ook wat momenten dat ze het wat zwaarder heeft en dat de eenzaamheid de overhand heeft. Op die momenten kijkt ze naar de tekening die haar kleinkind voor haar heeft gemaakt, en geniet ze met een glimlach van wat ze allemaal al heeft meegemaakt: ‘dit sleept me er doorheen’, verzucht ze.
Geef een reactie