‘Ik adviseer je naar het ziekenhuis te gaan’

Ik kniel naast haar bed. Ze oogt ziek; ik zie zweet op haar voorhoofd, rode blosjes op haar wangen en praten kost zichtbaar energie. Zelf zegt ze dat ze zich niet ziek voelt. Ik pak mijn stethoscoop en beluister de longen. Aan allebei de kanten hoor ik geluiden die bij een gezond iemand niet hoorbaar zouden zijn. Daarnaast is het zuurstofgehalte in haar bloed een stuk lager dan normaal.

Door alles wat ik zie, in combinatie met het hoesten, verdenk ik haar sterk van het COVID-19 virus. Ze is een dag eerder getest op het virus en de uitslag in nog niet binnen. De wachttijd na het afnemen van de test is al gauw een slopende 24-72 uur. In die tijd verplegen we natuurlijk in volledig pak, wat bij een buitentemperatuur van ver boven de twintig graden betekent dat je drijfnat bent van het zweet. Desondanks gaat het werk gewoon door. Terwijl ik haar uit bed, naar het toilet help, belt de huisarts. De uitslag van de test is binnen en deze bevestigt de verwachting. Ze schrikt ervan en vraagt zich af wat dit voor haar zal betekenen. Enerzijds oogt ze nuchter over de gevolgen van het virus, anderzijds zie ik af en toe toch wel een ongeruste blik in haar ogen.

‘Gezien de flinke koorts, het lage zuurstofgehalte in haar bloed en het energietekort, adviseer ik toch om naar het ziekenhuis te gaan’, vertel ik haar. Ik weet dat ze liever thuis is, maar ik zie hoe ziek ze is en dat dit thuis vrijwel onmogelijk tot een goede afloop zal komen. Tot mijn verbazing stemt ze in, als ik haar uitleg waarom ik dit vind. Zonder te twijfelen vraag ik de huisarts om een ambulance te sturen, die meteen wordt geregeld. Binnen een kwartier stapt de ambulanceverpleegkundige met de brancard binnen. In dat kwartier is het zuurstofgehalte in het bloed nog verder gedaald, waardoor het direct nodig is dat ze zuurstof krijgt. Daarnaast prikt de ambulanceverpleegkundige alvast een infuusnaald, om zo een snelle toegangsweg te hebben als dit nodig gaat zijn. We helpen haar samen op de brancard en rijden de brancard richting de ambulance.

Ik weet wat de gevolgen van een ziekenhuisopname kunnen betekenen en dat er een kans is dat ik haar niet meer terug zal zien. Als ik afscheid neem van haar, neem ik hier dan ook extra de tijd voor. Veel tijd is er echter niet, ze moet snel naar het ziekenhuis om de beste zorg te krijgen die er is. Daar sta ik dan: in volledig pak, de ambulance na te kijken die de hoek omrijd. Het virus blijft onwerkelijk en slopend.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: