Van mens tot mens.

Door de ontwikkelingen rondom het Corona-virus heeft onze organisatie een paar weken geleden een speciaal Corona-thuiszorgteam opgezet. Fysiek zwaar werk, door de isolatiekleding voelt het als werken in een sauna. Mentaal nog zwaarder werk. Je bouwt in een paar dagen of weken een sterke band op met de cliënten en familie. Het sterftepercentage is hoog en een groot deel van de cliënten is behoorlijk ziek. Gemiddeld komen er per dag twee nieuwe aanmeldingen bij, waardoor het aantal cliënten flink oploopt. Vechten aan de frontlinie van het virus; het is zwaar, maar dankbaar. Na de diagnose voeren we samen met de huisarts een gesprek met de cliënt over zijn/haar behandelwensen. De meesten van de cliënten kiezen voor optimale behandeling thuis. De cliënten kiezen ervoor om niet naar het ziekenhuis te gaan met de klachten, maar om in de vertrouwde omgeving te blijven. Geen beademing, maar zo nodig wel zuurstof. In enkele dagen zien we forse aftakeling.

We signaleren regelmatig angst en tekenen van depressie. Enerzijds door de toenemende benauwdheid, anderzijds door de volledige afzondering van naasten. De huishoudelijke hulp komt niet meer, de dagbesteding is gestopt en ook de familie mag niet meer zomaar naar binnen. Men voelt zich gevangen in het appartement. De zorg wordt gecontinueerd, maar wel gereduceerd tot een minimum. Dit betekend dat we vaker bellen met de cliënten die het virus hebben opgelopen om te vragen hoe het gaat, maar minder vaak iemand fysiek zien. Dit valt veel cliënten zwaar. Boosheid en verdriet wisselen elkaar af. Over het algemeen is er wel begrip voor de ingrijpende maatregelen, maar dit wil niet zeggen dat het makkelijk is. Op de momenten dat we er zijn, geven we dan ook extra aandacht en ruimte om emoties te delen. We proberen net een extraatje te bieden aan de cliënten en ze zo tevreden mogelijk te maken.

Zo ook bij een alleenstaande man met een luchtwegaandoening en het virus. Al anderhalve week had hij alleen via Skype contact gehad met familie. Dit was de tweede keer dat ik namens de thuiszorg bij hem kwam. Volledig bepakt met schort, masker, handschoenen en een veiligheidsbril. De angst was vannacht erg geworden, en hij had zijn familie via Skype benaderd om hem gerust te stellen. Gelukkig was dit redelijk gelukt. Echter bleef de benauwdheid, waardoor de arts zuurstof thuis had geregeld. Ik gaf hem uitleg over het gebruik van de zuurstof en installeerde alles in het huis. Terwijl de man wende aan het gevoel van de neusbril en de zuurstof die via zijn neus zijn lichaam binnen kwam, voerden we een gesprek over hem. Over zijn kinderen, over zijn huis en over wat hij normaal allemaal doet in een week. In tien minuten zie ik zijn onrust afnemen. Hij ontspande. De saturatie steeg, waardoor hij het minder benauwd had. De zuurstof en het gesprek werpen vruchten af.

Als ik afscheid neem, vraag ik of hij voor het raam wil gaan staan. Als ik mijn beschermende kleding uittrek, kan hij zien met wie hij eigenlijk te maken heeft gehad. Hij lacht en vindt het een goed idee. Even later zwaaien we naar elkaar via het raam. We hebben nog even contact, maar dan zonder het verschil in kleding. Van mens tot mens.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: