‘Ik neem je een dagje mee’

Vandaag eenmalig een ander soort blog. Ik neem je vandaag mee op pad, op een willekeurige werkdag. Zo krijg je een beeld van hoe een dag van een wijkverpleegkundige eruit ziet. Een uitgebreider en ander soort blog dan je van me gewend bent, maar het is dan ook een speciale week: deze week verscheen mijn eerste echte boek! Vanaf komende maandag te koop via Bol.com.

06:50 uur

Ik loop door de nog donkere gang in de richting van het kantoor. Ik hoor mijn collega’s al lachen en bijkletsen. ‘Goedemorgen!’, zeg ik vrolijk en ik ga bij hen aan tafel zitten. Ik zit nog geen minuut of de telefoon rinkelt al. De nachtdienst draagt over dat er vannacht geen bijzonderheden waren. Samen met mijn collega’s neem ik de bijzonderheden voor de dag door. Vandaag zijn er twee stagiaires aanwezig. We bespreken gezamenlijk de leerdoelen. Niet alleen de stagiaires geven een leerdoel aan, ook alle aanwezige collega’s benoemen een leerdoel; we zijn ten slotte een leerafdeling. ‘Vandaag wil ik extra letten op handhygiëne volgens protocol toepassen’, zeg ik op mijn beurt. De stagiaire die met mij mee op pad gaat, volgt bij ons haar tweede stage. Ze heeft nog niet heel veel ervaring in de zorg, maar kan de basiszorg goed zelfstandig verrichten. We lopen naar de deur van het kantoor en ik doe het licht uit en trek de deur achter ons dicht. Bij de parkeerplaats nemen we afscheid van de collega’s en iedereen gaat op pad.

07:05 uur

We kloppen op het raam en we zien hoe het gordijn beweegt. Ze trekt het gordijn aan de kant en draait de sleutel om in het slot. ‘Goedemorgen mevrouw’, groeten we haar. De stagiaire loopt met de vrouw naar de badkamer. Omdat ik weet dat ze deze client zelfstandig kan verzorgen, blijf ik in de woonkamer achter. Op de achtergrond volg ik wat er gebeurd in de badkamer, zodat ik kan helpen als er iets mis gaat. Ondertussen lees ik de mailtjes die ik sinds de vorige middag ontvangen heb: 12 stuks totaal. Als ik op de helft van de mails ben, is de client gedoucht en is het tijd om verder te gaan.

07:45 uur

Ik pak de sleutel uit het sleutelkluisje naast de voordeur en maak de deur open. De vrouw waar we nu zijn, lukt het niet om zelfstandig uit bed te komen. We lopen binnen in haar slaapkamer en maken haar voorzichtig wakker. Ik doe het licht aan en we helpen haar uit bed. Deze client heeft wat complexere zorg en een groot valgevaar, waardoor we de zorg samen verlenen. Ik laat de stagiaire het voortouw nemen en blijf zelf meer op de achtergrond. We helpen de vrouw met wassen, aankleden en begeleiden haar met lopen. Ze zit net in haar stoel, als de telefoon gaat. Een melding van de alarmcentrale, er heeft iemand op het alarm gedrukt en de centralist kan geen contact krijgen met de client. We nemen afscheid en rijden snel door naar het opgegeven adres.

08:30 uur

Eenmaal aangekomen bij het adres, haalt mijn stagiaire de sleutel uit het sleutelkluisje en lopen we samen naar binnen. ‘Goedemorgen, waar bent u?’, roep ik als we de gang in lopen. Een zachte ‘hier, in de slaapkamer!’, verraad waar hij is. We lopen naar de slaapkamer en hij zit naast zijn bed op de grond, met zijn rug tegen het bed aan. Na het uitvragen wat er precies is gebeurd, blijkt dat hij uit bed probeerde te stappen en zich had verstapt. Hij was met zijn hoofd tegen de rand van het bed gevallen en had een flinke bult op zijn hoofd zitten. Ik neem het over van de stagiaire en neem de leiding. Na het uitvoeren van een paar simpele testjes, lijkt er niks afwijkend te zijn. Echter besluit ik toch om de huisarts in te lichten; een val op het hoofd kan ook later nog voor een bloeding in het hoofd zorgen. De huisarts zegt toe over een uurtje langs te komen. We helpen hem overeind en geven aan dat onze collega voor de zorg ook over ongeveer een half uurtje bij hem is.

08:50 uur

‘Wat zijn jullie laat!’, zegt ze als we binnenkomen. Ik leg haar uit dat er een spoedgeval tussendoor kwam. Ze vindt het maar niks. Bij deze vrouw komen we niet alleen voor het douchen, maar ook voor de wondzorg aan een wond op haar bovenbeen. Het is een flinke wond, zeker een paar centimeter diep. Onder de douche spoel ik de wond en na het douchen verzorgen we samen de wond volgens het voorschrift van de specialist in het ziekenhuis. Ze vertelt dat het voor haar een hele zware dag is, omdat haar man precies vier jaar geleden is overleden. Ze begint te huilen en ik troost haar. Ik laat een stilte vallen, die door haar gesnik af en toe wordt onderbroken. Ze vertelt over vroeger en over hoe fijn ze het had met haar man. Als ze erover vertelt, zie ik een twinkeling in haar ogen. Dit benoem ik, en ze lacht. Na een minuut of tien vertrekken we, en laten we haar glimlachend achter. Ze bedankt ons hartelijk dat we haar hebben gesteund.

09:50 uur

Na een rit van een minuut of tien zijn we aangekomen bij een oude boerderij aan de rand van het dorp. De man die er woont, is een jaar geleden zijn vrouw verloren. Sindsdien gaat het steeds slechter met hem. Hij eet minder goed en ook het aantal valincidenten neemt toe. Zijn geheugen laat hem steeds vaker in de steek. Daar komt bij dat hij chronische pijn heeft in zijn benen en voeten, waardoor lopen veel pijn doet. Tijdens het aankleden praten we uitgebreid over hoe het met hem gaat. Ik kom hier meestal wekelijks, om zo goed zicht te houden op de situatie. Hij is kwetsbaar en dat beseft hij zich ook goed. Als we verder willen gaan, roept hij me terug. Hij heeft nog een vraag over zijn medicatie: want waar zijn al die pillen nou eigenlijk voor? Ik leg uit waar de medicatie die hij gebruikt voor dient en laat hem daarna gerustgesteld achter.

11:00 uur

De laatste client van de ochtendroute: een alleenstaande man met dementie. De dementie is al een tijd aan de gang, waardoor hij bijvoorbeeld niet meer weet hoe hij zijn telefoon moet gebruiken. Het maakt hem ook niet meer zoveel uit, want hij is zijn interesse in de buitenwereld meer en meer aan het verliezen. Hij kan zichzelf nog prima wassen, maar heeft voor iedere handeling aansturing nodig. Als ik hem zijn t-shirt aanreik, snapt hij niet meteen wat ik van hem verwacht. Ik beeld uit hoe hij zijn shirt aan kan trekken en hij trekt zijn shirt aan. Het is een vriendelijke man en ik heb met hem te doen. Hij is altijd zelfstandig geweest en had graag de touwtjes in handen, nu is hij aangewezen op de thuiszorg en is het maar afwachten hoelang hij nog thuis kan blijven wonen. De wachtlijst voor de verpleegafdeling in het verpleeghuis is lang: hij staat er al zeker drie maanden op. Afwachten tot er plaats is.

12:00 uur

Terwijl ik net de eerste hap neem van mijn boterham, gaat de telefoon. Een collega vraagt of ik kan komen om een wond van een client te beoordelen. Ze vindt dat de wond achteruit is gegaan en weet niet goed wat ze ermee kan doen. Samen met de stagiaire, en in overleg met een gespecialiseerde wondverpleegkundige, stel ik een plan op om de wond te behandelen. Tussendoor word ik alweer gebeld: de transferverpleegkundige van het ziekenhuis in de omgeving, of we ruimte hebben om een client uit het ziekenhuis over te nemen. ‘De client komt zo naar huis’, zegt de verpleegkundige. Ik had niet veel anders verwacht: het is vrijdagmiddag en ook het ziekenhuis werkt met minder personeel in het weekend. ‘Geen probleem hoor!’, zeg ik terwijl ik in mijn agenda kijk of ik nog ruimte heb voor een intakegesprek vanmiddag.

13:00 uur

Poging twee voor de lunch. Weer gaat de telefoon. Een man moet naar het toilet geholpen worden. We rijden erheen en helpen hem op het toilet. Ondertussen gaat de telefoon alweer; de huisarts van de man die vanmorgen is gevallen, wil de man ter controle toch naar het ziekenhuis sturen, omdat de man nu aangeeft flinke hoofdpijn te hebben. ‘We komen eraan!’.

13:30 uur

De ambulance rijdt de oprit op. De stagiaire is nog bezig met het inpakken van de tas. Kleren, pyjama, portemonnee, mobiele telefoon, enzovoort. Ik vang de ambulanceverpleegkundige op en leg de situatie uit. We spreken af dat ik nog een korte overdracht stuur naar de eerste hulp van het ziekenhuis. Terwijl de man op de brancard geschoven wordt, wensen we hem het beste en nemen we afscheid. Op kantoor typ ik snel een overdracht en stuur deze naar het ziekenhuis.

15:00 uur

De client uit het ziekenhuis is thuisgekomen en we gaan langs om een intakegesprek te voeren. Ik houd me op de achtergrond, terwijl de stagiaire de meeste vragen stelt. Het is de tweede keer dat ze een intakegesprek uitvoert, en het gaat beter dan de vorige keer. Af en toe weet ze niet goed wat ze moet vragen, maar de man waarvoor we komen, vindt dit niet erg. Ik stel nog een aantal aanvullende vragen en geef de man nog wat uitleg over hoe de thuiszorg van onze organisatie in elkaar zit. Daarnaast spreek ik af dat we vanaf nu twee keer per dag bij hem zullen komen. We spreken een aantal vaste dagen af waarop hij zal worden geholpen met douchen en we komen iedere dag langs om de wondzorg te verrichten. Daarnaast helpen we hem met het overzicht krijgen in de medicatie die hij moet gebruiken en vraag ik bij de huisarts meteen een baxter-systeem aan. Of, zoals ik het hem uitleg: zo’n rol met zakjes, waar de pillen in zitten en waar precies op staat hoe laat je welke pillen in moet nemen’. Dat lijkt hem wel wat; al die doosjes is maar onoverzichtelijk.

16:00 uur

Snel zet ik een eerste zorgplan in het systeem en plan ik de man in voor de zorgmomenten. Nu alleen het noodzakelijke stuk, later maak ik zijn plan helemaal compleet.

16:30 uur

Met de stagiaire bespreek ik de dag na. We bespreken allebei ons leerdoel en geven elkaar feedback op hoe we de dag hebben ervaren. Ze geeft aan dat het een drukke dag was, maar dat de afwisseling het juist ook zo leuk maakt. Ik beaam dit en we spreken af dat ze nog een verslag maakt van de dag, om hier voor zichzelf nog op te reflecteren.

17:00 uur

In de auto onderweg naar huis bedenk ik me dat ik maar twee happen van mijn lunch op heb. En, naast de twee glazen water op kantoor, heb ik niks gedronken. Hoe ging het gezegde ook al weer? ‘Je moet goed voor jezelf zorgen, voor je voor een ander kunt zorgen’? Mijn telefoon piept: 14 ongelezen e-mails… Morgen weer een dag. Het was een drukke dag, maar het werk geeft me ook veel energie. Het kunnen helpen van mensen is het mooiste wat er is. Morgen ben ik er weer, om 7:00 uur.

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: